Algen in de vijver

Een groene vijver waarin je niet tot op de bodem kunt kijken is een ergernis voor veel mensen. Algen zijn een vaak voorkomend probleem in vijvers. De algen zijn grof weg te verdelen in twee groepen: de zweefalgen (soep-alg) en de draadalgen.

De draadalgen nestelen zich rond de vijverplanten en zorgen er soms voor dat de planten verstikken. In feite zijn dit goede algen. Als er niet te veel van deze algen in de vijver aanwezig zijn dan zult u zien dat uw vijver helder is. U kunt dan minimaal een halve meter diep de vijver in kijken.

Bij een te veel aan draadalgen moet er worden ingegrepen. De algen moeten met de hand worden verwijderd. Plant nog wat extra waterplanten in de vijver. De waterplanten onderdrukken de groei van de draadalgen.

De zweefalgen zijn lastiger. Die zorgen voor een groene soep waardoor je de onderwaterplanten niet kunt zien. Zweefalen kun je niet eenvoudig even weghalen uit de vijver. Om deze weg te krijgen zijn grotere ingrepen nodig. 

In eerste instantie wordt de vijver leeg gepompt. De vissen en kikkers worden gevangen en in een bak met water opgevangen. De bodem wordt goed schoongemaakt. Vaak ligt er een dikke laag modder op de bodem. Daarin zitten veel voedingsstoffen. Die voeding zorgt er voor dat er de algen goed groeien. Dus de modder wordt verwijderd.

Daarna wordt gekeken of er voldoende planten aanwezig zijn. Bij een tekort aan planten word tijdens het opnieuw vullen van de vijver meteen vele waterplanten aangebracht. Die planten zorgen er voor dat de vijver helder blijft.
Na het vullen van de vijver kan het zijn dat de vijver de eerste weken of maanden niet goed helder is. Op een gegeven moment zal de vijver als vanzelf helder worden.