Houtwal of houtsingel aanplanten

Het aanplanten van een houtwal of houtsingel is niet moeilijk, maar vergt wel enige aandacht.
Het belangrijkste is dat de grond los wordt gemaakt. Let bij het losmaken van de grond en bij de inplant dat de grond niet te nat is. Dat is gemakkelijk te testen. Als je een hand vol grond neemt en als je daar in knijpt, dan mag er geen water uit komen. Komt er toch water uit, dan is het verstandig om te wachten met de werkzaamheden. Zodra de grond droger is, dan kun je aan de slag.

Nieuwe planten: De planten die worden aangeplant hebben een kale wortel. Dat betekent dat er geen grond om de wortels zit. De planten kunnen daardoor snel uitdrogen. 
Zet de bossen met planten zo snel mogelijk in de grond. De planten kunnen op die manier een aantal weken of maanden blijven staan. 

Zorg voor variatie: Let er op dat bij de aanschaf van de planten verschillende soorten worden uitgekozen. Meidoorn, Sleedoorn en rozen hebben allemaal stekels. Sporkehout, Gele kornoelje en Gelderse roos hebben geen stekels. Door verschillende soorten aan te planten is er voor insecten en andere dieren bijna altijd eten te vinden. 
Zet de soorten in groepen in de houtwal. Minimaal drie stuks van één soort in geen groepje. Liever grotere groepen. Op die manier wordt voorkomen dat een snel groeiende soort een andere overgroeit. 

Onderhoud tijdens de eerste jaren na aanplant: Het belangrijkste is dat de aanplant niet wordt overgroeid door onkruid. Let er op dat de planten niet worden beschadigd tijdens het onderhoud. Het maaien met een bosmaaier is af te raden, tenzij iemand met ervaring er mee werkt. Als stam van de jonge planten wodt beschadigd, dan is de kans groot dat ze afsterven.

Informatie over het belang van houtwallen en houtsingels  

Informatie over het onderhoud van houtsingels